Column Guido van de Wiel: transitiedenken en het leren bewegen in de mist

ma 23 okt 2023 - Guido van de Wiel

‘En als u rechts kijkt ziet u de mooiste uitzichten die de Dolomieten herbergt,’ lees ik voor uit mijn routebeschrijving. Het is al heel wat jaren terug dat ik de bijpassende bergwandeling door Noord-Italië met mijn vrouw maak. Maar ik herinner me nog als de dag van gisteren dat we ook daadwerkelijk naar rechts keken en… alleen maar mist zagen. Zo ver als het oog reikte. En ik schat in dat dat hooguit zo’n tien meter ver was. De mooiste bergtoppen die hier gewoonlijk te zien waren geweest, gingen die dag schuil achter een immense muur van mist.

Aan deze anekdote moest ik denken toen het in gesprek met een opdrachtgever ging om het in gang zetten van een transitie. Je weet dat er een prachtig vergezicht is, maar je kunt daar vaak nog geen contact mee maken. Je zult eerst zelf voldoende stappen moeten zetten voordat je ziet waar je al die tijd al heen bewoog. De eerste stappen van een transitie, zet je niet zelden in de mist. Het ontbreekt je lange tijd aan een wenkend perspectief. Terwijl je je huidige situatie door en door kent, weet je eigenlijk nog niets over het “beloofde land”. Daarvan moeten zich de contouren nog gaan ontvouwen.

Daar komt nog bij dat de timing van het inzetten van een transitie cruciaal is. Zet je de transitie te vroeg in, dan loop je mogelijk een te groot risico, want te ver voor de troepen uit. Ben je te laat, dan vis je achter het net. Van je huidige spaarbank weet je exact het rendement, over de relatief nieuwe Bitcoin doen maar wilde verhalen de ronde. Bij een ouderwetse verzekeringsmaatschappij weet je precies wat je per maand kwijt bent, binnen een broodfonds moet je maar hopen dat niet te veel deelnemers tegelijkertijd van het zuurverdiende, bij elkaar geschraapte geld gebruik moeten maken…

Stel, iemand wil de transitie maken van ‘vast in dienst’ naar ‘eigen ondernemer’. In het afwegen van deze twee verschillende scenario’s, kun je je die afweging voorstellen als het plaatsen van gewichtjes aan weerskanten op een ouderwetse weegschaal. Bij zo’n letterlijke weegschaal kun je al van alles mee laten wegen aan de kant van het vaste dienstverband. Daar ben je immers al twintig jaar bekend mee. Dus aan de linkerkant van de weegschaal staat een gewichtje met de zekerheid van een vast inkomen, leuke collega’s (althans…), een contract voor onbepaalde tijd, een lease-auto uit de categorie B en ook je pensioenspaarregeling zit als extra gewichtje aan het gewichtje maandloon vastgeplakt. Maar hoe ziet die andere kant van de weegschaal eruit? Die van eigen ondernemer? Je kunt daar nog niets tegenoverstellen dat gewicht in de schaal legt. Je nieuwe plannen worden lange tijd door je innerlijke criticus te licht bevonden.

En voor een groot deel ben je ook maar een handelaar in hoop. Een marktkoopman van meningen. Je weet op voorhand niet of het eigen ondernemerschap jou werkelijk gaat bevallen. Je weet niet of je voldoende omzet gaat draaien, je weet niet hoelang de oversteek gaat duren met het overbruggingskrediet dat je hebt afgesloten. Of marktschommelingen je uit je zadel doen wippen. Bovendien hebben de andere waarden die horen bij dat eigen ondernemerschap – denk aan: autonomie, vrijheid, inspiratie volgen, commercieel succes, neusje voor goede zaken – zich ook nog niet bewezen. Zolang je ze niet ervaart, zijn het vooral lege hulsjes. En die lege hulsjes hebben van zichzelf nog geen gewicht. Hierdoor slaat de balans al snel uit naar de kant die jou bekend is. Transities kenmerken zich door informatie-asymmetrie. Je kunt wel beoordelen waar je anno nu staat, maar je kunt niet garant staan voor dat vage vergezicht dat buiten je blikveld blijft.

Beoordeel je de mist, dan mist er wat. De vraag is: hoe geef je nu gewicht aan iets wat je nog niet kent? Hoe kun je er nu toch voor zorgen om de andere kant gewichtig te maken?

Er zijn verschillende routes te onderscheiden om de transitie toch te maken. Ik zet er twee tegen elkaar af. Bij de eerste route groeit de urgentie om weg te bewegen vanuit je oude situatie zodanig, dat die op een gegeven moment groot genoeg is. Maar in dat geval heb je er wel inmiddels je buik van vol, is er een conflict ontstaan, of heb je anderszins maanden, maar vaak jaren, zitten wachten op de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Een tweede route ziet er heel anders uit. Daarin vertrouw je op een onbestemd verlangen. Daartoe schuifel je alvast door de mist– voorzichtig sonderend en peilend – naar onbekend gebied. Je leert erop te vertrouwen dat, uit een aantal zeer vage contouren ergens in het vooruit, de gewenste toekomst wel op zal doemen.

Iedereen staat deze twee routes tot zijn beschikking. En dit gaat op voor zowel een individu in transitie, als voor een organisatie of een branche die op een fundamenteel kruispunt terecht is gekomen. Bij de eerste route – het laten oplopen van de urgentie om de oude situatie te verlaten – gaat het bijvoorbeeld om een organisatie, waar het steeds meer begint te piepen en kraken. Bijvoorbeeld een organisatie waarvan het oude imago steeds minder bij je klopt. Denk aan de Partij voor de Dieren die vroeger als oppositiepartij ontstaan is, maar waarbij inmiddels leden flirten met de gedachte om mee te gaan regeren en hier deze nieuwe verantwoordelijkheid voor wil nemen. Terwijl de oude identiteit in woord nog altijd aan je kleeft, past deze in daden steeds minder bij je. Of denk aan een andere waarde die zich in jou heeft genesteld en die onverminderd aan kracht begint toe te nemen: ‘ik wil niet meer werken bij een organisatie die zelf geen duurzaam profiel heeft/ niet vol op mensen inzet / alleen met geld verdienen bezig is/geen ontwikkelkansen biedt’.

Bij de tweede route gaat het om contact te maken met een wenkend perspectief. Het probleem is dat je die toekomst nog niet kent, ervaart en feitelijk voor je ziet. Die mist in transities heeft een parallel met The fog of war, waar de Pruisische militaire analist Carl von Clausewitz aan refereert in zijn postuum gepubliceerde boek Vom Kriege1. Vrij vertaald schrijft hij daar:

Oorlog is het rijk van onzekerheid; driekwart van de factoren waarop oorlogshandelingen zijn gebaseerd, is gehuld in een mist van meer of minder onzekerheid. Een gevoelig en onderscheidend oordeel is geboden; een bekwame intelligentie om de waarheid op te sporen.

Het begrip The fog of war wordt elders wel beschreven als “de staat van onwetendheid waarin commandanten zich vaak bevinden met betrekking tot de werkelijke kracht en positie; niet alleen van hun vijanden, maar ook van hun vrienden.”2

Dat gevoel van mist komt bij transities in complexe krachtenvelden met veel belangen en veel gedoe, eerder als regel dan als uitzondering, voor.

Om van de tijdelijke mist geen blijvende oogkleppen te maken, is het nodig om je inlevingsvermogen te gebruiken. Je levendig voor te stellen aan welke nieuwe realiteit jij kunt en wilt werken. Erop vertrouwen dat de contouren daarvan zichtbaar zullen worden als je eenmaal op pad gaat. Dat de mist vanzelf optrekt als je jouw nieuwe verhaal maar helder genoeg voor ogen krijgt. Een aantal tips om de transitie uit te lokken tijdens de meest mistige momenten:

*Voer gesprekken met derden die een vergelijkbare stap eerder al wel hebben gezet, zodat zij jou een getoetst beeld over dat vergezicht kunnen geven;
*Haal verhalen op bij pioniers die al vóór jou vertrokken zijn en leer van de fouten die zij onderweg maakten;
*Gebruik zelf nieuwe narratieven om jezelf en anderen de weg te helpen wijzen;
*Zet een aantal eerste stapjes en kijk of de mist op die andere plek al wat optrekt;
*Veroordeel jezelf niet als je door de stapjes die je zet verder van je doel verwijderd raakt.

Wat deze laatste tip betreft: het feit dát je stapjes zet is soms belangrijker dan of ze in de goede richting zijn. In beweging komen gaat vooraf aan je definitieve richting bepalen. In beweging komen is een vorm van plaatsbepaling. Het zorgt ervoor dat je ontdekt waar je was, waar je heen bent gegaan en waar je nu naartoe moet stappen om onderweg de gewenste toekomst met elkaar te creëren.

Ja, om in een transitie je plaats te bepalen, moet je van je plek komen.
Desnoods met lood in de schoenen en mist in de kop.

Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan Verdraaide organisaties en de Veranderbrigade. In 2020 verscheen bij Kloosterhof zijn boek Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaarEerder schreef hij boeken zoals Durf het verschil te maken (i.s.m. Merlijn Ballieux), Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. www.wheelproductions.nl

1 Clausewitz, C von (1832 – 1834). Vom Kriege. Berlijn. Vertaald in het Engels als: On War.
2 Col. Hale, L. A. (1896). The fog of war. Aldershot Military Academy, 24 maart 1896.

Naar het overzicht