Column Guido van de Wiel: Kijk het EK en vergroot je aanpassingsvermogen

do 13 jun 2024 - Guido van de Wiel

Laat iedereen in je organisatie het EK intensief bekijken. Je kunt er je aanpassingsvermogen mee vergroten!

Nu het EK menig beeldscherm domineert, wil ik graag laten zien wat je in organisaties van voetbal op topniveau kunt leren. Uiteraard kent het voetbal, naast de keeper, drie belangrijke functies op het veld: verdedigers, middenvelders en aanvallers. Maar er is nog een vierde functie die in het veldspel alleen in speciale situaties geactiveerd wordt. Inmiddels hebben de meeste elftallen op topniveau deze ultra-korte tijdelijke functie voor hun spelers ingevoerd. Over die vierde functie wil ik het hier met name hebben.

Het gaat om de situatie waarin een speler de bal verliest. Vanaf dat moment krijgt die speler – met behulp van de spelers om hem heen – een andere functie; een andere rol die overigens maar een paar seconden duurt. De nieuwe functie die iemand krijgt in die hele korte tijdsspanne is om de bal weer te heroveren op de tegenstander. Hoofdrolspeler om deze ultra-tijdelijke functie per direct invulling te geven is degene die de bal verliest. Die staat – al dan niet beteuterd vanwege het net verloren duel –op dat moment per definitie het dichtst bij die tegenstander. Juist vanwege die korte afstand is die persoon dus bij uitstek het meest geschikt om de bal ook weer te heroveren. Gedurende een korte periode is zijn belangrijkste taak dus niet meer om zijn rol als middenvelder, aanvaller of verdediger uit te voeren, maar start hij een korte klopjacht en verandert hij instant in een niet-aflatende heroveraar van de bal.

Niet je kopje laten hangen bij balverlies, maar direct het duel met de ander weer opzoeken, juist een extra sprint inzetten, een tackle op de bal forceren, een sliding inzetten of met een schouderduw de ander uit evenwicht brengen. Alles wat geoorloofd is om de bal meteen te heroveren. Het effect ervan is meerledig: je smoort de aanval van de tegenstander direct al in de kiem, je houdt druk op de tegenstander, en doordat de spelers van de tegenpartij al bezig zijn in de omschakeling van verdediging naar aanval, ontstaat er bij het heroveren van de bal nog iets. De kans is groot dat er dan juist even ruimtes vrijkomen om als heroveraar vruchtbaar een tegenaanval in te zetten. En ook als het je, ondanks je verwoede pogingen, niet lukt om de bal werkelijk terug te veroveren, heb je het de ander waarschijnlijk wel moeilijk gemaakt, geef je hem geen tijd voor een schot, bemoeilijk je het de tegenstander de bal goed te controleren, verklein je de kans op een accurate pass of dwing je de ander een extra kapbeweging te maken ten koste van het inzetten van een dribbel. Allemaal verstoringen van jouw kant die de kans vergroot dat je medespelers in de volgende linie de aanval af kan stoppen.

Let wel: het gaat om een tijdelijke rol die maar een paar seconden duurt. Als een voetballer dit soort afjaaggedrag de hele tijd zou laten zien, zou je geen interne organisatie meer in het veld overhouden en zou je na tien minuten waarschijnlijk aan de beademing moeten. Het gaat dus om een hele korte gelegenheid waarin je even meer dan gemiddeld geeft, vaak om je eigen fout te herstellen.

In voetbaltermen heeft trainer Pep Guardiola deze situationele functie in zijn tijd bij Barcelona (2009-2012) wel de zessecondenregel genoemd, Peter Bosz had het bij Vitesse (2013-2016) over de vijfsecondenregel en Jürgen Klopp heeft er bij Dortmund de naam ‘gegenpressing’ aan gegeven.

Wat ik voor organisaties interessant vind aan gegenpressing is het feit dat het om een gestructureerde improvisatie gaat. Je kunt gegenpressing niet vooraf timen en je kunt dus ook niet eenzijdig opleggen wanneer je exact aan gegenpressing gaat doen. De crux is dat het doorlopend om allerlei acties gaat die je in reactie op een omstandigheid gaat doen. Deze reflex kun je inoefenen met elkaar: “als dit, dan dat”. Het gaat dus om snel weten te acteren op een nieuwe situatie... wat niet meer en minder is dan een ingewikkelde omschrijving voor je aanpassingsvermogen. Wil je dit aanpassingsvermogen ontwikkelen als organisatie, dan begint dat ermee om cruciale momenten te leren zien: die belangrijke momenten namelijk waarop de context ineens verandert of dreigt te veranderen. Voor al die contextverstoorders en plotselinge wijzigingen in de omgeving wil je korte, nieuwe, tijdelijke werkpatronen ontwikkelen waar mensen ter plaatse – medewerkers die zelf het dichtst bij het vuur zitten – zelf verantwoordelijk voor zijn en die ze zelf uit kunnen voeren. Dat is waar in essentie organisatie-gegenpressing over gaat. Juist op die momenten dat het initiatief anders uit je handen geslagen dreigt te worden.

Als organisatie ben je op dit moment waarschijnlijk al op veel momenten bezig om gegenpressing te geven. Ook in organisaties komen deze ultra-tijdelijke rollen immers nu al regelmatig voor. Denk aan het sparren met collega’s over een idee. Het actualiseren van de website net voor een beursdag omdat je direct daarna veel traffic verwacht. Een half uurtje brainstormen over de sterke en zwakke punten in een nieuwe campagne, feedback geven op een offerte net voordat-ie de deur uitgaat, snel reageren op een brandalarm, een sales-pitch uitproberen op elkaar, koppen bij elkaar als managementteam als een hele grote nieuwe klant een aanvraag doet, crisisoverleg met de top als zich een rampscenario of schandaal voltrekt, maar ook een bloemetje sturen of cadeau regelen als iemand trouwt, een kind krijgt of een jubileum viert. Door oog te hebben voor belangrijke momenten, heb je oog voor het welzijn van de hele organisatie. Door oog te hebben voor het acute nu, heb je oog voor de duurzame toekomst.

De meeste van deze ultra-korte en tijdelijke ingrepen staan nergens in een functiebeschrijving opgenomen, maar zijn cruciaal om als organisatie langdurig succesvol te blijven. Deze andersoortige rollen die je kort even invult met elkaar versterken niet alleen het aanpassingsvermogen: ze zijn je aanpassingsvermogen. Korte overlegjes in reactie op een actualiteit, een inhaker in een reclamecampagne, het regelen van attenties op momenten die ertoe doen: deze stelselmatige improvisaties vormen stuk voor stuk de Haarlemmermeerolie in een organisatie. Door je hier bewust van te zijn en hier een neus voor te ontwikkelen, kun je op voorhand over steeds meer situaties afspreken dát je wilt dat er dan actie ondernomen wordt. Je weet misschien niet wanneer die ingrepen exact gedaan gaan worden, noch wat de inhoud ervan precies zal zijn, maar je kunt wel een omgeving creëren waarin mensen zijn voorbereid op die momenten; waardoor ze klaarstaan om met elkaar te reageren op de context als deze plotseling verandert.

Je vangt er klappen mee op, je beperkt er de schade mee, je houdt er de flow en energie mee intact, je verbindt hierdoor het acute met het duurzame, en je laat iedereen voelen hoe belangrijk die is. Omdat elk van je medewerkers, op al die losse momenten in de praktijk, zelf het verschil kan maken.


Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan de Veranderbrigade. Eind 2024 verschijnt The Smell of the Place (i.s.m. Merlijn Ballieux) als opvolger van hun bestseller Durf het verschil te maken. Eerder schreef hij boeken zoals Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaar, Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. www.wheelproductions.nl

Naar het overzicht