Column Guido van de Wiel: Als school en ouders polariseren

di 19 nov 2024

Onlangs hoorde ik het verhaal dat een ouder van een kind een leerkracht voor de rechtbank had gedaagd. En tegelijkertijd ook maar meteen het hele schoolbestuur. De desbetreffende ouder vond dat zowel de leerkracht als het bestuur van de school onrechtmatig tegen haar kind hadden gehandeld. Het kind zou niet goed behandeld zijn in de klas. De rechter zag er overigens geen enkel bewijs voor en wees de hele claim af (bron: bz.nl). De uitkomst hiervan? Alleen maar verliezers.

De trend dat ouders de gang naar de rechter kiezen bij opvoeddilemma’s is geen uitzondering meer. Steeds vaker scharen ouders zich, vaak blind, achter hun kind. En dan heb ik het niet over die situaties waarin er duidelijk en aanwijsbaar onrecht door een leraar is aangedaan; maar over die momenten waarin je als leraar op een gezonde manier begrenzend en normerend hebt opgetreden. In reactie op deze heldere pedagogische positie zijn sommige ouders bereid ver te gaan om hun gelijk te halen. Heel ver. In dit geval heeft de ouder dus zelfs een rechtszaak aangespannen en verloren, met alle gevolgen van dien.

Maar ook zonder een rechtszaak aan te spannen zijn de relaties tussen leraren en ouders van een andere aard dan vroeger. Bij RTL Nieuws kwam over dit onderwerp een docente aan het woord. Zij zei: "Leerlinggedrag wordt vaak goedgepraat door ouders. Leerlingen worden thuis niet meer aangesproken op hun gedrag op school. Sterker nog, ouders komen verhaal halen als hun kind aangesproken wordt. Wat voor signaal geef je daarmee af?", zo vraagt een docente zich af.

Wat is er aan de hand? Waarom kiezen ouders steeds vaker de confrontatie met school? Er speelt een aantal zaken mee. Ten eerste lijkt er überhaupt een kentering te zijn hoe we tegenwoordig naar externe autoriteiten kijken. Autoriteiten werden vroeger met respect bejegend. Een huisarts had gelijk, voor de leraar had je respect, een dominee of pastoor leerde je wat het betekende om een goed mens te zijn. Er werd waarde gehecht aan wat de notabelen in een gemeenschap zeiden; en hun geloofwaardigheid werd niet bij voorbaat in diskrediet gebracht. Als vroeger een autoriteit - of dat nu een leerkracht, een clubtrainer of een bestuurslid van een sportvereniging was - een kind aansprak op zijn gedrag, dan wist je bijna zeker dat de ouders dat kind thuis nog eens in dezelfde lijn hierop aan zouden spreken. De ouders stonden vanzelfsprekend aan de kant van het gezag. Zegt een autoriteit nu iets over iemands kroost, dan is de kans groot dat de ouders zich aan de kant van het kind scharen en direct verhaal komen halen: wie ben jij wel om iets te zeggen over mijn kind? De loyaliteit van opvoeders is verplaatst van externe autoriteit naar beschermer van het eigen kroost.

Ten tweede is de opvatting veranderd over wat nu eigenlijk het domein van de school is en wat het domein van de ouders. Daar lijkt een veel grotere knip gezet te worden dan vroeger. Ouders en school stonden vroeger veel vaker in nauw contact met elkaar om samen, schouder aan schouder, een pedagogisch verantwoorde context te creëren voor hun kind en dat van andere kinderen. Nu wijzen ouders voor het schooldeel hun eigen rol en verantwoordelijkheid af en wijzen tegelijkertijd naar de school: “Zíj moeten daar toch een goed leerklimaat creëren?!” Het is meer ieder voor zich: wij doen ons deel (of niet). En jullie doen jullie deel (of niet).

Be curious, not judgmental

Dit leidt tot steeds meer conflicten. En dus ouders die steeds vaker juridische stappen tegen scholen nemen. Zo werden bij Achmea in 2020 837 conflicten tussen ouders en school behandeld. In 2019 waren dat er nog 706. Dat is een stijging van bijna 20% alleen al in het jaar net vóór corona. Kijk je naar ouders en scholen die het met elkaar aan de stok krijgen, dan is er een aantal belangrijke bronnen van conflict: het advies voor vervolgonderwijs, conflicten over de waardering van prestaties (denk aan cijfers en beoordelingen) en strafmaatregelen die door de school zijn opgelegd. En die strafmaatregelen blijken ook de laatste jaren niet mals te zijn. Als je de gekke jaren van corona even niet meetelt, laten alle meerjarentrends zien dat de schorsingen en verwijderingen in het voortgezet onderwijs ook langdurig en stelselmatig toenemen, aldus datzelfde onderzoek van RTL nieuws. Die problematiek speelt overigens door het hele land en gaat op voor alle onderwijsniveaus. (En waar blijven die leerlingen daarna dan, vraag ik me af…)

Juist in een tijd dat de wereld aan het polariseren is, is het belangrijk dat school en ouders zo veel mogelijk in gesprek blijven. Uiteraard is het goed dat ouders daarbij de rechten van hun kind proberen te verdedigen. Maar het is ook de uitnodiging aan diezelfde ouders om zaken niet meteen te juridiseren. Leerlingen hebben er soms een handje van om thuis nog wel eens een wat mildere versie te vertellen van wat er nu eigenlijk gebeurd is of dat een leerling zelf eigenlijk al best lang weet dat hij op ‘zitten blijven’ staat. Dan is het zaak om eerst met alle partijen goed uit te wisselen wat nu eigenlijk de feiten zijn waar het in dat geval over gaat. In die dynamiek heeft een school een verantwoordelijkheid om te voorkomen dat je met ouders op ramkoers komt te liggen. Een schooldirecteur uit Hilversum vertelt aan NH nieuws hoe zij dit praktisch proberen te maken: "Door goed te luisteren, door het perspectief van de ouders serieus te nemen, daar je eigen perspectief als school tegenover te zetten en te kijken waar verschillen en overeenkomsten zitten." Daarnaast: zorg dat je ouders vroegtijdig meeneemt in ontwikkelingen die gaande zijn. Voorkom dat je ze overrompelt. Vaak gaat het mis als ouders ineens, zonder eerdere signalen te hebben ontvangen van de school, te horen krijgen dat het niet goed gaat met de cijfers of gedragingen van hun kind. Ga bij eerste signalen die daarop wijzen, daarover al in gesprek met ouders. Een goed uitgangspunt daarbij leert de serie Ted Lasso ons: "Be curious, not judgmental."  

En ja, in dat soort gesprekken blijkt dan soms dat niet het kind de grootste pedagogische opgave is, maar het managen van de ouders.

Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan de Veranderbrigade. Begin 2025 verschijnt The Smell of the Place (i.s.m. Merlijn Ballieux) als opvolger van hun bestseller Durf het verschil te maken. Eerder schreef hij boeken zoals Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaar, Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. www.wheelproductions.nl


Referenties

 

Naar het overzicht