Column: Context stuurt gedrag
di 22 mrt 2022 - Guido van de Wiel
Ik ben als kind in Haaren opgegroeid: een klein dorp in Brabant met veel sympathieke mensen. Als ik in mijn jeugd rondkeek op het kerkplein, bij de friettent of één dorp verder, bij het zwembad, zag je steevast een aantal fietsen staan met het sleuteltje gewoon in het slot. Parkeerde ik als jongetje – we spreken over de jaren zeventig – mijn fiets ergens in het dorp, dan zette ik deze óók heel vaak níet op slot. Zo’n los sleuteltje was maar lastig en kon je hooguit kwijtraken als je ging voetballen, ging knikkeren of als je de kermis over ging.
Mijn gedrag veranderde flink toen ik ging studeren in Utrecht. Pijlsnel door schade en schande wijs geworden, wierp ik daar binnen afzienbare tijd minimaal twee sloten om mijn fiets. Het liefst nog vastgemaakt aan lantaarnpaal, boom of hekwerk. Mijn afgeragde studentenfiets zag er nota bene veel gehavender uit dan mijn goede fiets thuis, maar het barrel moest ik tegelijkertijd harder beschermen tegen diefstal dan de blinkende Batavus waarop ik bij mijn ouders nog wel eens rondreed. Het Utrechtse barrel werd onder het zadel met een AXA door de spaken bijeengehouden en kreeg bovendien dwars door zijn frame dikke schakels van stalen smeedwerk gestoken, met een discusslot als sluitstuk. Ik herinner me nog dat de investering van een brommerwaardige ketting hoger was dan de aanschaf van de desbetreffende tweedehands omafiets.
Met het dogma “zet je fiets goed op slot” lieten we de afgelopen jaren onze kinderen in ons gezin opgroeien. In Houten inmiddels. Ofschoon dubbele kettingen niet meer nodig waren in deze groene gemeente, was je fiets, of beter gezegd: het slot, open laten staan nog altijd iets als: vragen om problemen. Dat is in een notendop mijn levensloop: geen slot, twee sloten, één slot.
Tot afgelopen zomer. Toen namen we twee vouwfietsen mee naar Zweden. Die vouwfietsen had ik thuis keurig voorzien van AXA-fietssloten, zodat we deze op onze kampeerplek op slot konden zetten. Maar het zuiden van Zweden, waar wij waren, lijkt meer op Haaren in de jaren zeventig dan op Houten anno vandaag de dag. Op een middag liepen mijn dochter en ik naar de fietsverhuur, om twee fietsen bij te huren voor een gezinsuitstapje en tot onze verbazing kregen we gewoon twee fietsen mee. De verhuurder wist precies niets van ons. Geen naam, geen adres, geen notie waar we verbleven in Zweden, geen telefoonnummer, geen geld, geen creditcard. Fietsen zouden we na afloop gewoon terugzetten in de rekken waar we ze nu ook konden pakken. Betalen deden we maar achteraf. En als ze er niet waren, konden we het geld daar in de brievenbus doen. Dat zou goedkomen.
Vanaf dat moment viel me op dat niemand in die hele regio zijn fiets op slot zette. Sterker nog, ik voelde me onbeholpen, onaangepast en ongepast wantrouwig naar mijn medemens door mijn fiets op slot te zetten. Ik voelde schaamte als ik mijn fiets op slot zette. De omgeving was anders en mijn oude dogma “zet je fiets goed op slot” verloor hier al zijn betekenis. Mijn zoon spoorde ik aan om zijn fiets hier vooral níet op slot te zetten. Consequent zijn in je gedrag is vooral een kwestie van: consequent kijken wat elke unieke context nu eigenlijk behelst. Vanaf dat moment hebben we de hele vakantie onze vouwfietsen niet meer op slot gezet. Het zou een motie van wantrouwen zijn geweest aan het adres van de mensen daar om ons heen. Je fiets op slot zetten is soms heel slim. Maar soms ook het domste wat je kunt doen.
Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan Verdraaide organisaties en de Veranderbrigade. Vorig jaar verscheen bij Kloosterhof zijn boek Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaar. Eerder schreef hij boeken zoals Durf het verschil te maken (i.s.m. Merlijn Ballieux), Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. www.wheelproductions.nl