Briefwisseling: Leiderschap nog aan toe

ma 16 sep 2024 - Koen Marichal

Al 12 jaar schrijven Koen Marichal en Jesse Segers brieven naar elkaar. Soms in gesproken vorm, soms in geschreven vorm. Het onderwerp is steeds leiderschap in al zijn facetten en uitwerkingen. Van het abstracte naar het concrete en terug. Soms met sterke emoties en soms koel en pragmatisch. En steeds opnieuw zijn ze het eens met elkaar dat ze het niet helemaal eens geraken met elkaar. Omdat ze op verschillende manieren tegenpolen zijn. Maar ook omdat het antwoord op vragen over wat leiderschap is, welk leiderschap nodig is en hoe dat leiderschap ontwikkelt nooit definitief verworven zijn.

       
Koen Marichal                          Jesse Segers

Koen Marichal is psycholoog, doceert en onderzoekt leiderschap aan Antwerp Management School.  Hij legt zich toe op de ondersteuning van schoolleiderschap in transitie en is gastdocent bij Sioo en Tias. Onlangs verscheen zijn boek De leider: Dat zijn wij.  
Jesse Segers is bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Exeter (VK) en partner van Ginkgo Consulting (BE). Hij helpt leiders en hun organisaties in hun ontwikkeling. Onlangs verscheen het boek Tijdmeesterschap: Een handreiking voor veranderaars dat hij schreef met Marguerithe de Man.

Lieve Jesse,

ha, leiderschap is egoïstisch. Ik kan me voorstellen dat dat voor nogal wat leiders een controversiële boodschap is. Veel leidinggevenden hebben het zelfs moeilijk om de vraag ‘hoe gaat het met jou?’ beantwoord te krijgen, of vinden die vraag naast de kwestie. Laat staan dat ze onder ogen zien dat hun motivatie om te leiden niet alleen met zorg voor de ander te maken heeft. Mij doet het onmiddellijk zeggen: "Ah ja, natuurlijk." Er spelen noden, motieven mee, of zo je het wil: ego. Motieven zoals schuldgevoel, status en macht. Nood aan erkenning, liefde, aandacht. Of er is pijn uit het verleden in het spel. Deze diepere drijfveren zorgen voor drang of dwang om leiderschap op te nemen, om posities van verantwoordelijkheid of macht na te streven. Die drang en dwang zorgen voor the good, the bad en soms ook the ugly in leiderschap.

'The good' is dan die voldoening waar je over spreekt; leiderschap als levensstijl, het diepe en persoonlijke gevoel van een missie vervullen. In leiderschapstheorie spreken we ook over ‘self-authoring’, zelf de kapitein zijn van je ziel, zoals in Henley’s gedicht Invictus dat Nelson Mandela in zijn 27 jaren gevangenschap zo inspireerde. Leiders hebben en behouden hun innerlijke vrijheid, hun eigen oordeelsvermogen. Een mooi voorbeeld, vind ik, was het beslissingsproces van Joe Biden om af te zien van zijn presidentskandidatuur. Je kon duidelijk voelen dat hij en finaal hij alleen de beslissing zou nemen, ongeacht de druk op hem.

Die innerlijke standvastigheid zet dan druk op anderen, zeker de meest nabijen. Dat is 'the bad’ van leiderschap: de tol die leiderschap ook wel eist, die we nu ook gemakkelijk ‘toxisch’ noemen. Bidens schijnbare onverstoorbaarheid zette druk op alles en iedereen, en hij hield zich stil als het oog van die zelf gecreëerde storm. En dan, met een eenvoudige tweet, zorgde hij voor ontlading van al die opgebouwde spanning waar Kamala Harris tot op heden succesvol op kan surfen. Groots leiderschap en emotioneel zwaar voor hemzelf en voor al wie Biden nabij en goed gezind waren in die maand tussen zijn debat met Trump en het afzien van zijn kandidatuur.

Innerlijke vrijheid is een basisvoorwaarde voor juiste actie die het collectief ten goede komt

En soms wordt leiderschap dan lelijk, destructief, wanneer de drang en dwang niet in check gehouden worden, 'out of control’ zijn. De hogere orde van self-authoring is 'self-transcendence': jezelf telkens opnieuw overstijgen, ten dienste stellen van het geheel, het zo weinig mogelijk rond jezelf te laten draaien, telkens opnieuw te vertrekken vanuit de vraag ‘wat en hoe heb ik te dienen’. Leiderschap als dienstbaarheid. Het brengt me naar het bijzondere boekje van Herman Hesse dat ik nog eens aan het lezen ben: Reis naar het morgenland.

“Ik vroeg de dienaar Leo hoe dat zou komen dat kunstenaars soms slechts halve mensen lijken, terwijl hun figuren er zo onweerlegbaar levend uitzien. Leo keek mij aan, verwonderd over mijn vraag. Toen liet hij de poedel los die hij op zijn arm had gehad en zei: ‘Bij moeders is het net zo. Als ze hun kinderen ter wereld hebben gebracht en die kinderen hun melk en schoonheid en kracht hebben gegeven, dan worden zij zelf onbeduidend, en niemand vraagt meer naar ze.
‘Maar dat is droevig,’ zei ik, zonder er eigenlijk echt over na te denken.
‘Ik geloof dat het niet droeviger is dan alle andere dingen,’ zei Leo, ‘misschien is het droevig, maar het is ook mooi. De wet wil het zo.’
‘De wet?’ vroeg ik nieuwsgierig. ‘Wat is dat voor een wet Leo?’
‘Dat is de wet van het dienen. Wie lang leven wil, moet dienen. Maar wie heersen wil, leeft niet lang.’
‘Waarom streven dan zo veel mensen naar macht?’
‘Omdat ze dit niet weten. Er zijn enkelen die geboren zijn om te heersen, zij blijven er opgewekt en gezond bij. Maar de anderen die het slechts door eerzucht tot gebieders hebben gebracht, die eindigen in het niets.’
‘In welk niets, Leo?’
‘Bij voorbeeld in de sanatoria.’
Ik begreep weinig hiervan, maar desondanks bleven de woorden hangen, en in mijn hart bleef het gevoel dat deze Leo heel wat wist, dat hij misschien meer wist dan wij anderen die schijnbaar zijn gebieders waren.”


Ik vind het een rijk stukje tekst. Over de persoonlijke prijs die kunstenaars en dus ook even goed leiders betalen. Ze worden half mens. Over het verschil tussen heersen over mensen en leiden met mensen. Over de prijs van verantwoordelijkheid dragen en de enkelingen die erin slagen opgewekt en gezond te blijven. Als ik terugdenk aan mijn gesprek met Herman Van Rompuy, dan denk ik dat dat hij zo’n enkeling was. Over het destructieve effect van niet in het reine komen met eigen drijfveren.

Algoritmes hollen het kritisch vermogen van leiders en medewerkers uit

Hesse’s boekje is verschenen in 1927 en was de bron van inspiratie voor Greenleafs boek On servant leadership. Bijna 100 jaar later blijft de vraag wezenlijk voor zij die leiderschap opnemen: hoe hou ik het gezond, voor mezelf en voor wie me nabij is, en hoe hou ik mijn innerlijke vrijheid intact? Die innerlijke vrijheid, zoals Joe Biden die toonde, is ook een basisvoorwaarde voor juiste actie die het collectief ten goede komt. Zonder dat stil worden, of zo je wil, reflectie, zonder die rustpunten en uitstel van oordeel en keuze, blijft er alleen drang en dwang.

Artificiële intelligentie vergroot het risico op ‘the bad’, zo leer ik uit het nieuwe boek van David Decremer. Algoritmes kunnen dan wel efficiëntie vergroten en heersen gemakkelijker maken, ze hollen ook het kritisch vermogen van leiders en medewerkers uit, doen hen moreel uitchecken. Ze nemen minder verantwoordelijkheid voor de gevolgen van hun beslissingen. Decremer bepleit dan ook dat leiders bezig moeten zijn met wat goed is voor de mens en planeet, om kapitein te blijven van hun ziel, meesters van hun lot.  

Innige knuffel,
Koen

Naar het overzicht